Gods belofte voor het Joodse volk en Israël

Gods belofte voor het Joodse volk en Israël

De wederkomst van de Messias is nabij

 

Ezechiël 37:12

Maar vertel hun dat de Oppermachtige Here zegt: Mijn volk, Ik zal uw graven van ballingschap openen en u weer laten opstaan, zodat u kunt terugkeren naar het land Israël.

 

Israël is het volk dat uit Jakobs nakomelingen is ontstaan. Juda - een van de twaalf stammen van het volk Israël - is de stam waaruit de Messias zou voortkomen. God heeft met het volk Israël een verbond gesloten (Ezechiël 37:26); Israël is Gods oogappel (Zacharia 2:8). Gods plan met dit verbond is om via Israël uiteindelijk alle volkeren te zegenen (Genesis 12:1-3). God maakt zich bekend door Israël. In het tijdperk van de koningen Saul, David en Salomo sprak men al over het koninkrijk Israël. Vanwege een langdurige strijd onder het Joodse volk werd dit koninkrijk in twee delen opgesplitst: Israël en Juda.

 

Het land Israël was niet altijd onder de heerschappij van de Joden geweest. Omringende volkeren heersten in de geschiedenis verschillende keren over Israël. Sinds het jaar 70 (Joodse oorlog) zijn de Joden bijna 2000 jaar niet in het bezit geweest van hun land, tot er in 1948 een wonder plaatsvond: de geboorte van de staat Israël. Dit na de, tot nu toe, grootste tragedie van het Joodse volk in de geschiedenis gedurende de Tweede Wereldoorlog. De Bijbelse grote profeten Jesaja, Jeremia, Daniël en Ezechiël en de kleine profeet Zacharia (belangrijkste profeten met betrekking tot de Joden en Israël), schreven duizenden jaren geleden al over het tijdperk waarin het land Israël weer zou worden hersteld en de Joden vanuit alle windstreken zouden terugkeren. 

 

 

Oudtestamentische profetieën over de Joodse geschiedenis

 

Profetieën in de Bijbel hebben de gehele Joodse historie voorspeld. Van Abraham tot Mozes, van Mozes tot Ezechiël en van Ezechiël tot Daniël. Een aantal prominente gebeurtenissen op een rij, geprofeteerd in het Oude Testament: 

  • De slavernij in Egypte

Toen zei God tegen Abraham: Weet wel dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land dat niet van hen is; zij zullen hen dienen en men zal hen vierhonderd jaar onderdrukken. Maar ú zult in vrede tot uw vaderen heengaan; u zult in goede ouderdom begraven worden. Genesis 15:13-14

 

  •  De uittocht uit Egypte en het bezitten van het land Kanaän

Zeg daarom tegen de Israëlieten: Ik ben de HEERE. Ik zal u uitleiden van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren. Ik zal u redden uit hun slavernij en u verlossen door een uitgestrekte arm en door zware strafgerichten. - Exodus 6:5-7

 

En Ik zal dit volk genade geven in de ogen van de Egyptenaren. En het zal gebeuren dat u, als u weggaat, niet met lege handen gaat. - Exodus 3:21

 

En de HEERE zei tegen Abraham, nadat Lot zich van hem afgescheiden had: Sla toch uw ogen op en kijk vanaf de plaats waar u bent, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en uw nageslacht geven. En Ik zal uw nageslacht maken als het stof van de aarde; als iemand het stof van de aarde zou kunnen tellen dan zou ook uw nageslacht geteld kunnen worden. Sta op, ga het land door in zijn lengte en in zijn breedte, want Ik zal het u geven. - Genesis 13:14-17

 

Ik zal Mijn verbond maken tussen Mij, u en uw nageslacht na u, al hun generaties door, tot een eeuwig verbond, om voor u tot een God te zijn, en voor uw nageslacht na u. Ik zal aan u en uw nageslacht na u het land waar u vreemdeling bent, heel het land Kanaän, als eeuwig bezit geven. Ik zal hun tot een God zijn. - Genesis 17:7-8

  

En de HEERE zei tegen mij: Sta op, ga op reis, voor het volk uit, zodat zij in het land komen dat Ik hun vaderen gezworen heb hun te geven, en zij dat in bezit nemen. - Deuteronomium 10:11

 

In het boek Jozua (Jozua 1:11-18) beveelt God Jozua om Israël naar Kanaän te leiden.

 

  • In het Beloofde Land keren de Joden zich tot afgoden

Zij zijn andere goden gaan dienen en hebben zich daarvoor neergebogen, goden die zij niet kenden en die Hij hun niet toebedeeld had. - Deuteronomium 29:26

 

Want de HEERE, uw God, is een verterend vuur, een na-ijverig God. Als u kinderen en kleinkinderen verwekt zult hebben en in het land oud geworden zult zijn en verderfelijk zult handelen, als u een beeld zult maken, de afbeelding van enig ding, en doen wat slecht is in de ogen van de HEERE, uw God, om Hem tot toorn te verwekken, dan roep ik heden de hemel en aarde tot getuige tegen u, dat u zeker al snel zult verdwijnen uit het land waarvoor u de Jordaan oversteekt om het in bezit te nemen. U zult uw dagen daarin niet verlengen, maar zeker weggevaagd worden. - Deuteronomium 4:24-26

 

  • God vestigt in Jeruzalem een aanbiddingscentrum

Wanneer uw dagen voorbij zijn en u met uw vaderen ontslapen bent, zal Ik uw nakomeling na u, die uit uw lichaam voorkomt, doen opstaan en Ik zal zijn koningschap bevestigen. Die zal voor Mijn Naam een huis bouwen, en Ik zal de troon van zijn koningschap voor eeuwig bevestigen. - 2 Samuel 7:12-13

 

Zie, ik ben van plan voor de Naam van de HEERE, mijn God, een huis te bouwen, zoals de HEERE tot mijn vader David gesproken heeft: Uw zoon die Ik in uw plaats op uw troon zal zetten, die zal dat huis voor Mijn Naam bouwen. - 1 Koningen 5:5

 

  • De komst van de Messias die het volk verlost van hun zonden

U moet weten en begrijpen: vanaf de tijd dat het woord uitgaat om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen tot op Messias, de Vorst, verstrijken er zeven weken en tweeënzestig weken. Plein en gracht zullen opnieuw gebouwd worden, maar wel in benauwde lijnen. Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn. Een volk van een vorst, een volk dat komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten. Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed en tot het einde toe zal er oorlog zijn, verwoestingen waartoe vast besloten is. - Daniël 9:25-26

 

In het boek van de profeet Jesaja (Jesaja 53:1-12) wordt uitgebreid beschreven hoe het Lam naar de slachtbank wordt geleid.

 

Dan zal Ik u met zuiver water besprenkelen, zodat u rein wordt. Van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u zuiveren. Ik zal u een nieuw hart geven – en nieuwe en goede verlangens – en een nieuwe geest in u planten. Ik zal uw versteende hart wegnemen en u een nieuw hart van vlees ervoor in de plaats geven. Doordat mijn Geest in u zal wonen, zult u mijn wetten gehoorzamen en doen wat Ik van u vraag. En u zult leven in Israël, het land dat Ik lang geleden aan uw voorouders gaf. U zult mijn volk zijn en Ik zal uw God zijn. - Ezechiël 36:25-28

 

 

Profetieën van de Heere Jezus over de toekomst van Israël

 

De Heere Jezus spreekt vijf profetieën (Lukas 21:1-38) uit over de toekomst van Israël. Jezus Christus is God, gekomen in het vlees (1 Timotheüs 3:16). Het is daarom ook niet verwonderlijk dat al Zijn profetieën, uitgesproken in het Evangelie van Lukas, reeds zijn uitgekomen:

  • De verwoesting van Jeruzalem

Wanneer u zult zien dat Jeruzalem door legers omringd wordt, weet dan dat zijn verwoesting nabij is. - Lukas 21:20

 

In het jaar 70 vielen de Romeinen Jeruzalem binnen. De Romeinen hebben bij de belegering van Jeruzalem in wijde omtrek alles met de grond gelijk gemaakt, inclusief de tweede tempel. De tempel in Jeruzalem is de heiligste plek in het Jodendom.

 

  • Vervolgingen van de Joden 

Laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen en wie in het midden van Jeruzalem zijn, daaruit wegtrekken en wie op de velden zijn, er niet in gaan. - Lukas 21:21

 

In de geschiedenis van het Joodse volk zijn vervolgingen een terugkerend fenomeen. Jodenvervolgingen kwamen regelmatig voor in de middeleeuwen. De bekendste Jodenvervolging is uiteraard de Holocaust. Joden werden op systematische wijze vervolgd en vermoord in Duitsland door de nazi's. Met de instelling van de Neurenbergerwetten in 1935 begon deze vervolging.

    

  • Verspreiding van de Joden onder de heidenen en de heidense overheersing van Jeruzalem

Zij zullen vallen door de scherpte van het zwaard en in gevangenschap weggevoerd worden onder alle heidenen. En Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn. - Lukas 21:24

 

In de Joodse Oorlog kwamen een miljoen Joden om het leven. De Joden die deze veldslag overleefden waren uit het Beloofde Land gevlucht. Vanaf dit punt in de geschiedenis hebben de Joden zich wereldwijd verspreid. Als het Woord heidenen in de Bijbel ter sprake komt, worden alle niet-Joodse volken aangeduid. Jezus bedoelt dat Jeruzalem in de handen zou vallen van niet-Joodse volken. De Joden zijn bijna 2000 jaar niet meer in het bezit geweest van hun land. De Kruisvaarders, de Ottomanen en de Britten zijn na de Romeinse overheersing in bezit geweest van Jeruzalem.

 

  • Jeruzalem weer in het bezit van de Joden

Zij zullen vallen door de scherpte van het zwaard en in gevangenschap weggevoerd worden onder alle heidenen. En Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn. - Lukas 21:24

 

Het woordje totdat duidt erop dat er een keerpunt in de geschiedenis zou komen, een punt waar de Joden weer Jeruzalem zouden besturen en onder hun gezag zou vallen. In het jaar 1967 kreeg Israël de bestuurlijke controle over Jeruzalem. Dit betekent dat alle profetieën van de Heere Jezus Christus in vervulling zijn gegaan! 

 

 

Visioen van Ezechiël

 

Er is hoop voor Israël. Dit wordt duidelijk in een visioen (Ezechiël 37:1-28) dat de profeet Ezechiël van God krijgt. God wil iets duidelijk maken aan Ezechiël, een belangrijke boodschap overbrengen. Wat in eerste instantie oogt als een gruwelijke boodschap, blijkt juist een boodschap van hoop en toekomst voor het Joodse volk:

 

De hand van de Heere was op mij, en de Heere bracht mij in de geest naar buiten en zette mij neer, midden in een vallei. Die lag vol beenderen. Hij deed mij er aan alle kanten omheen gaan. En zie, er lagen er zeer veel op de grond van de vallei, en zie, ze waren zeer dor. Hij zei tegen mij: Mensenkind, zullen deze beenderen tot leven komen? En ik zei: Heere Heere, Ú weet het! Toen zei Hij tegen mij: Profeteer tegen deze beenderen en zeg tegen hen: Dorre beenderen, hoor het woord van de Heere. - Ezechiël 37:1-4 

  • Ezechiël krijgt van God de opdracht om te profeteren tegen de beenderen:

Zo zegt de Heere tegen deze beenderen: Zie, Ik ga geest in u brengen en u zult tot leven komen. Ik zal pezen op u leggen, vlees op u doen komen, een huid over u heen trekken, en geest in u geven, zodat u tot leven komt. Dan zult u weten dat Ik de Heere ben. Toen profeteerde ik zoals mij geboden was, en er ontstond een geluid zodra ik profeteerde, en zie, een gedruis! De beenderen kwamen bij elkaar, elk been bij het bijbehorende been. En ik zag, en zie, er kwamen pezen op, er kwam vlees op en Hij trok er een huid overheen, maar er was geen geest in hen. Hij zei tegen mij: Profeteer tegen de geest, profeteer, mensenkind! Zeg tegen de geest: Zo zegt de Heere: Geest, kom uit de vier windstreken en blaas in deze gedoden, zodat zij tot leven komen. Ik profeteerde zoals Hij mij geboden had. Toen kwam de geest in hen en zij kwamen tot leven. Zij gingen op hun voeten staan, een zeer, zeer groot leger. - Ezechiël 37:5-10

  • Een wonder heeft plaatsgevonden: doordat Ezechiël Gods woorden tegen de beenderen profeteerde, heeft God nieuw leven in de dorre beenderen geblazen. De Geest kwam in de beenderen en zij kwamen tot leven. De vraag rijst wat deze dorre beenderen symboliseren:

Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, deze beenderen zijn heel het huis van Israël. Zie, ze zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vergaan, wij zijn afgesneden! Profeteer daarom, en zeg tegen hen: Zo zegt de Heere: Zie, Ik zal uw graven openen en Ik zal u uit uw graven doen oprijzen, Mijn volk, en Ik zal u brengen in het land van Israël. Dan zult u weten dat Ik de Heere ben, als Ik uw graven open en als Ik u uit uw graven doe oprijzen, Mijn volk. Ik zal Mijn Geest in u geven, u zult tot leven komen en Ik zal u in uw land zetten. Dan zult u weten dat Ík, de Heere, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de Heere. - Ezechiël 37:11-14

 

De dorre beenderen symboliseren het Joodse volk. De toekomst voor het Joodse volk is in het visioen van Ezechiël voorspeld. 

Eerst wordt op gruwelijke wijze duidelijk dat er van het Joodse volk niet meer dan dorre beenderen zal overblijven (Ezechiël; 37:1-4). Een drastisch gezicht waarbij in eerste instantie, het laatste sprankeltje hoop voor de Joden verloren lijkt te zijn (Ezechiël 37:11). Deze profetie slaat ten eerste op de Babylonische ballingschap van de Joden. Maar profetieën herhalen zichzelf door de geschiedenis heen. Wanneer het Joodse volk gesymboliseerd wordt met beenderen, denkt men ook direct aan de Holocaust waar zes miljoen Joden zijn vermoord en waarbij de lichamen niet meer waren dan geraamtes

 

Maar God blaast nieuw leven (Ezechiël; 37:9) in het Joodse volk! Het land Israël zal weer terugkeren en God zal het Joodse volk weer terugbrengen in hun land (Ezechiël 37:12). En ook deze profetie is uitgekomen! Drie jaar na de afschuwelijke praktijken en gebeurtenissen van de Holocaust gebeurde een wonder voor het Joodse volk. 14 mei 1948 is een keerpunt in de geschiedenis: de geboorte van de Joodse staat Israël. Een wonder omdat de Joden honderden jaren (bijna tweeduizend jaar!) geen eigen land in bezit hadden. Momenteel telt Israël 4,8 miljoen Joden, staat het in de top-10 machtigste landen ter wereld en is het land rijk aan olie en gas. God zegent Israël! Wat in eerste instantie oogt als een gruwelijke boodschap, blijkt juist een boodschap van hoop en toekomst voor het volk van Israël, en uiteindelijk alle volkeren in de wereld. Door Israël zullen de andere volkeren weten wie God is (Ezechiël 37:28)

  

De wederkomst van de Messias

 

We mogen uitkijken naar een gezegende toekomst, waar wij samen met de Heere Jezus vanuit Jeruzalem de aarde zullen regeren. De Bijbel heeft ons de tekenen bekendgemaakt voor de wederkomst van de Messias. Wie het laatste boek van de Bijbel - de openbaring - leest, weet dat het Joodse volk en de staat Israël centraal staan in deze tijd. Na de opname (2 Thessalonicenzen 2:3) van de kerk - alle ware wedergeboren gelovigen in Christus - zal God in een zevenjarig durende periode (Jacob's trouble) de profeten Mozes en Elia weer terug naar de aarde sturen. Zij moeten in de eerste drieënhalf van de verdrukking het Joodse volk bekeren zodat ook zij verlost worden van deze zondige wereld:

 

Vraag toch en zie of een man baren kan? Waarom heb Ik dan iedere man gezien met zijn handen op zijn heupen als een barende vrouw, en waarom zijn alle gezichten lijkbleek weggetrokken? Wee! Want die dag is groot, er is er geen als hij. Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden. - Jeremia 30:6-7 

 

Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden. - Mattheüs 24:21-22  

 

En ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen, in rouwkleding gekleed, twaalfhonderdzestig dagen lang profeteren. Zij zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaars, die voor de God van de aarde staan. En als iemand hun schade wil toebrengen, komt er vuur uit hun mond en dat verslindt hun vijanden. En als iemand hun schade wil toebrengen, moet hij op dezelfde manier gedood worden. Zij hebben macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen zal vallen in de dagen dat zij profeteren. En zij hebben macht over de wateren om die in bloed te veranderen, en de aarde te treffen met allerlei plagen, zo vaak zij dat willen. - Openbaring 11:3-6

 

Alle profetieën over Israël zijn uitgekomen, waarvan enkele nog in de nabije toekomst liggen. Jezus keert spoedig terugAccepteer de Heere Jezus als uw redder en verlosser. Jezus is voor iedereen aan het kruis gestorven. Een ieder die in Jezus gelooft en zijn offer accepteert, zal door Jezus' bloed Gods rechtvaardigheid ontdekken (Romeinen 3:25). Jezus is aan het kruis van Golgotha gestorven en heeft ons bevrijd van de zonde, waardoor wij zijn gered door Gods genade (Romeinen 3:25).

 

Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, waarin u ook staat, waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt. Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften, - 1 Korinthe 15:1-4

 

Want Jezus houdt van iedereen! Voor iedereen heeft hij zijn Goddelijk bloed laten vloeien, zodat een ieder die in hem geloofd niet verloren zal gaan maar eeuwig leven heeft (Johannes 3:16). Kies het pad van leven, kies het pad van God.

 

En u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken. - Johannes 8:32